Gebruik van open data bij wijziging eisen rapportage
Eind september publiceerde De Nederlandsche Bank de resultaten van de consultatie nav de voorgenomen wijzigingen in de rapportagevereisten voor pensioenfondsen. ISIN2LEI B.V. was een van de 12 partijen die een reactie heeft gegeven. Onze focus lag op consistentie en aansluiting tussen de kwartaalbeleggingsstaten.
Kwartaalrapportages 2024
Vanaf 2024 geldt voor pensioenfondsen dat zij voor de kwartaalrapportage beleggingen met verschillende soorten rapportages te maken kunnen gaan krijgen. Dit is afhankelijk van het al dan niet invaren of starten van nieuwe regelingen.
De huidige FTK-BEL rapportage ondergaat wijzigingen en daarnaast komt er een nieuwe WTP-rapportage (WTP-BEL). DNB onderscheidt een drietal situaties:
- Het fonds vaart niet in en start geen nieuwe regelingen → Alleen de rapportageverplichting FTK-BEL.
- Het fonds vaart niet in en start wel een nieuwe SPR en/of FPR regeling → Zowel een rapportageverplichting voor FTK-BEL als voor WTP-BEL.
- Het fonds vaart in, voert alleen een nieuwe SPR en/of FPR regeling → Alleen de rapportageverplichting WTP-BEL.
In alle drie situaties krijgen fondsen te maken met wijzigingen t.o.v. de huidige FTK-BEL. We zien dat DNB een duidelijkere aansluiting gaat maken tussen kwartaalstaten K201 t/m K204 en de line-by-line templates K208 t/m K210. In deze line-by-line templates worden extra velden opgenomen waarin de beleggingscategorie in K201 moet worden gerapporteerd. Tevens is de K204 uitgebreid met een CIC derivatencategorie die vervolgens ook als nieuw veld in K210 is opgenomen.
Het gevaar van data-inconsistenties
De nieuwe velden maken het voor DNB eenvoudiger om aansluitingen te maken, maar vormen voor pensioenfondsen ook een risico. Dit komt doordat data-inconsistenties opeens veel zichtbaarder worden. Denk bijvoorbeeld aan een bedrijfsobligatie of aandeel dat in meerdere beleggingsfondsen voorkomt, maar in de doorkijkdata die ieder kwartaal door de fondsmanagers en/of custodian(s) wordt aangeleverd niet consistent is. In de huidige FTK valt het nog niet heel erg op als dezelfde onderliggende ISIN in bijvoorbeeld zowel vastgoed als aandelen wordt gerapporteerd. Maar vanaf de FTK/WTP rapportage over het eerste kwartaal 2024 is dat verleden tijd.
Is dit per definitie slecht nieuws? Nee, wij vinden van niet. Laten we bijvoorbeeld kijken naar de data die DNB uitvraagt in de line-by-line templates K208 en K209. Dit betreffen velden die bijna allemaal gerelateerd zijn aan ISIN en LEI data. Heel veel van deze data is als open data beschikbaar via de Association of National Numbering Agencies (ANNA) en Global Legal Entity Identifier Foundation (GLEIF) voor respectievelijk ISIN en LEI. Rapportagevelden zoals ‘Naam van het stuk’, ‘Naam van emittent’, ‘Emittentcode’, ‘Emittentgroep’, ‘Land van emittent’, ‘Valutacode’ en ‘Vervaldatum’ zijn via deze bronnen vrij opvraagbaar. Andere velden, zoals ‘Sector van emittent’, ‘CIC’ en ‘Duration’ zijn af te leiden op basis van data uit deze bronnen.
Voordeel halen uit data
Buiten dat dit fondsen heel veel datakosten kan besparen, heeft het nog één groot bijkomend voordeel. De centrale bronnen voorkomen data-inconsistenties. Per ISIN en LEI is er één unieke set aan masterdata.
De wijzigingen in de rapportagevereisten zijn een uitgelezen mogelijkheid om datakosten te besparen en datakwaliteit te verbeteren.
Doe de gratis check
Om te laten zien wat we kunnen betekenen, biedt ISIN2LEI B.V. een gratis datacoverage en data quality check aan. Zien is geloven!
We nodigen pensioenfondsen uit om gebruik te maken van onze gratis check. Zo kun je direct ervaren wat de werkelijke toegevoegde waarde van open databronnen kan zijn.
Artikel is geschreven door Johan Hol, directeur bij ISIN2LEI B.V.
Naar het overzicht